De lateralisatie
De lateralisatie is een fase in de ontwikkeling waarbij de voorkeur voor links of rechts wordt bepaalt. Peuters en jonge kleuters gebruiken hun handen en voeten vooral symmetrisch, de bewegingen zijn dan nog elkaars spiegelbeeld. Ze gebruiken de linker- en rechterhelft ongeveer evenveel. Kenmerkend in de symmetrische fase is dat kinderen hun eigen middenlijn nog niet kunnen kruisen.
Rond de leeftijd van 7 jaar wordt de linker- of rechterhersenhelft dominant in het aansturen van het brein en ontwikkelt er een voorkeur voor het gebruik van één van de handen, voeten, oren en ogen. Kinderen kunnen steeds beter beide lichaamshelften apart gebruiken en bimanueel (de voorkeurshand voert de handeling uit en de andere hand assisteert daarbij). Ook zullen ze de middenlijn kunnen kruisen wat een voorwaarde is om te leren lezen en schrijven.
​
De lateralisatie wordt o.a. gestimuleerd door Meskertherapie, schrijfdans, Brain Gym etc.

Wat zijn mogelijke signalen bij lateralisatieproblemen?
​
-
Geen voorkeurshand, voet, oor en/of oog
-
De middenlijn niet kruisen
-
Moeilijkheden met ruimtelijke oriëntatie (voornamelijk links en rechts) en richtingen
-
Letterverspringingen of lettervolgordefouten binnen één woord maken
-
Traag en hakkend lezen
-
Vaak van leesregel verspringen
-
Letters (bv. b/p, u/n, b/d,…) of klanken (bv. ei/ie, eu/ue, ui/iu…) spiegelen
-
Cijfers (bv. 24/42, 9/6) spiegelen
-
Zich tussen + en – en tussen x en : vergissen
-
Bewerkingen en splitsingen moeilijk automatiseren
-
Tientallen en eenheden verwarren
-
Moeilijkheden met het honderdveld
-
Moeilijkheden met begrippen als: 'meer', 'minder', 'voor', 'achter', 'de helft', 'het dubbelen' etc.
-
Moeilijkheden tijdens het schrijven bij het vormen van de letters en letterverbindingen
-
Scheef op een stoel zitten en/of het hoofd steunen op de niet-schrijvende hand of arm
-
Moeilijkheden om gestructureerd een verhaal te vertellen